Ga naar de inhoud

Impact van onderzoek

Het onderzoek van de umc’s kan zich meten met de absolute wereldtop en heeft op tal van manieren maatschappelijke impact. Dat blijkt uit een bibliometrische analyse van Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies (CWTS).

Zo komt 90% van de publicaties tot stand in samenwerking met nationale en internationale partners. In meer dan driekwart van deze publicaties vervult een umc-onderzoeker een leidende rol, wat de bepalende positie van de Nederlandse umc’s onderstreept. Het aandeel open access-publicaties steeg van 70% in 2018 naar 87% in 2021, waardoor onderzoeksresultaten wereldwijd toegankelijker zijn dan ooit.

Deze en andere bevindingen zijn terug te vinden in het CWTS-rapport ‘Research Impact of the Dutch University Medical Centers 2024’. De impactanalyse is gebaseerd op een bibliometrische studie van tienduizenden wetenschappelijke publicaties van de umc’s.

Thema’s uit de CWTS-analyse

De Research Impact Analyse 2024 laat opnieuw zien dat het onderzoek van de Nederlandse umc’s zich kan meten met de absolute wereldtop. Een belangrijke graadmeter hiervoor is de Mean Normalized Citation Score (MNCS): een indicator die weergeeft hoe vaak wetenschappelijke artikelen worden geciteerd ten opzichte van het wereldwijde gemiddelde.

In figuur 3 en 5 van de CWTS-analyse is te zien dat publicaties van de umc’s 50% tot bijna 100% vaker worden geciteerd dan gemiddeld (MNCS = 1,00). Daarmee bevinden de Nederlandse umc’s zich op het niveau van internationale topinstituten als Oxford, Cambridge, Stanford en Harvard.

Het onderzoek van de umc’s heeft een grote maatschappelijke impact. Nieuwe kennis draagt niet alleen bij aan wetenschappelijke vooruitgang, maar vindt ook haar weg naar de maatschappij.

Het CWTS heeft onderzocht hoe publicaties van de umc’s zichtbaar worden in drie maatschappelijke domeinen: klinische richtlijnen, beleidsdocumenten en nieuwsmedia. De resultaten daarvan zijn te zien in figuur 9, 10 en 11 van de CWTS-analyse.

Daarin is zichtbaar dat onderzoek uit de klinische domeinen – zoals oncologie, cardiologie en chirurgie – relatief vaak wordt opgenomen in richtlijnen voor artsen. Publicaties over volksgezondheid, preventie en infectieziekten komen juist vaker terug in beleidsdocumenten, zowel nationaal als internationaal. En thema’s als COVID-19, Alzheimer, dementie, ADHD en kunstmatige intelligentie krijgen veel aandacht in de media.

Deze bibliometrische analyse maakt slechts een deel van de maatschappelijke impact zichtbaar. De invloed van onderzoek reikt verder; tot in de spreekkamer, het klaslokaal en de samenleving als geheel. Zo dragen de umc’s met hun onderzoek bij aan betere zorg, doordachter beleid en een gezondere maatschappij.

De umc’s werken intensief samen in regionale, nationale en internationale verbanden. Ze doen dit met andere umc’s en zorginstellingen, publieke en private kennispartners en overheden. Dankzij hun positie als academische motor in de regio én hun rol in het internationale onderzoeks- en onderwijsveld, kunnen de umc’s mondiale inzichten en best practices vertalen naar bruikbare oplossingen in de Nederlandse praktijk.

Uit hoofdstuk 5 van de CWTS-analyse blijkt dat samenwerking diep verankerd is in het onderzoek van de umc’s. In ongeveer 90 procent van alle publicaties is sprake van samenwerking. Ongeveer een derde betreft samenwerking met nationale of regionale partners, terwijl tweederde internationale samenwerking betreft. In ruim driekwart van deze publicaties vervult een umc-onderzoeker een leidende rol als eerste en/of laatste auteur.

Deze intensieve samenwerking onderstreept de verbindende en richtinggevende rol van de umc’s in het Nederlandse zorg- en onderzoekslandschap.

De NFU en de umc’s van Nederland zijn actief betrokken bij het Nationaal Programma Open Science. Open Access-publiceren is daarin een belangrijk speerpunt: onderzoeksresultaten worden direct en voor iedereen vrij toegankelijk. Dat bevordert het brede gebruik van kennis – ook door instellingen met beperkte middelen – en versnelt de toepassing van nieuwe inzichten in zorg en wetenschap.

Uit hoofdstuk 4 van de CWTS-analyse blijkt dat de umc’s hierin grote vooruitgang boeken. Het aandeel Open Access-publicaties steeg van 70 procent in 2018 naar 87 procent in 2021. Daarmee lopen de umc’s iets voor op het landelijke gemiddelde van 85 procent.

Deze open benadering vergroot de maatschappelijke waarde van onderzoek en draagt bij aan transparante, toegankelijke en samenwerkende wetenschap.


Dit artikel delen via:

Bekijk meer artikelen met deze onderwerpen